Gezag … wat is dat nou precies?
Minderjarige kinderen staan onder ‘gezag’. De term ‘gezag’ blijft iets dat vaak voor vragen zorgt. Gezag bestaat uit ouderlijk gezag of voogdij. Wanneer heb je nou ouderlijk gezag, en wanneer heb je voogdij over een kind? Na het lezen van deze blog haal je de begrippen ouderijk gezag en voogdij nooit meer door elkaar!
Utrecht, door mr. Kim Smienk
Wat betekent gezag?
In artikel 1:245 Burgerlijk Wetboek staat dat minderjarigen onder gezag staan. Dit gezag kan ‘ouderlijk gezag’ of ‘voogdij’ zijn. Het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door één of twee ouders van het kind. Voogdij wordt door een ander dan de ouder(s) van het kind uitgeoefend.
Wat is ouderlijk gezag?
Gezag gaat over ‘de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte’ (artikel 1:245 lid 4 Burgerlijk Wetboek). Ouders hebben het recht én de plicht om hun kind op te voeden en te verzorgen.
Wat is voogdij?
Voogdij en gezag lijken inhoudelijk veel op elkaar. Alleen voogdij wordt uitgeoefend door ‘niet ouders’. Net als gezag gaat voogdij over ‘de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in en buiten rechte’.
Grootste verschillen voogdij en ouderlijk gezag
Allereerst is het verschil tussen voogdij en ouderlijk gezag dat ouderlijk gezag door ouders wordt uitgeoefend, en voogdij door ‘niet-ouders’.
Maar vooral is belangrijk dat ouders met ouderlijk gezag het recht en de plicht hebben hun kind te verzorgen en op te voeden. Een ‘niet-ouder’ met voogdij over een kind hoeft die verzorging en opvoeding niet zelf uit te voeren. De voogd heeft wel de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, maar mag deze ook aan derden toevertrouwen.
De voogd is dus wel verplicht ervoor te zorgen dat het kind verzorgd en opgevoed wordt en moet toezien op diens vermogen. In tegenstelling tot ouders met ouderlijk gezag is de voogd niet verplicht om zelf bij te dragen aan de kosten van de verzorging en opvoeding van het kind (tenzij er sprake is van gezamenlijke voogdij).
Hoe ontstaat ouderlijk gezag?
Ouderlijk gezag kan op de volgende manieren ontstaan:
1. Van ‘rechtswege’. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de vrouw die bevalt van een kind. Deze vrouw heeft automatisch het ouderlijk gezag over het kind.
2. Door een beslissing van de rechter. De rechter kan een ouder van een kind met ouderlijk gezag belasten. Dit komt bijvoorbeeld voor bij een vader en moeder onenigheid hebben over het ouderlijk gezag. De vader kan de rechter vragen om hem te belasten met het ouderlijk gezag. De rechter kan dan bepalen dat de vader met ouderlijk gezag wordt belast, ook al is de moeder van het kind het hier niet mee eens.
3. Door een aantekening in het gezagsregister. Dit ontstaat bijvoorbeeld wanneer de ouders van een kind niet getrouwd zijn en geen geregistreerd partnerschap met elkaar hebben. De partner van de moeder kan het kind dan erkennen en de ouders vragen samen het gezamenlijk ouderlijk gezag aan.
Voogdij kan op twee manieren ontstaan
1. Voogdij kan ontstaan doordat een ouder met ouderlijk gezag een voogd voor diens kind toewijst voor het geval de ouder komt te overlijden. Stel deze ouder overlijdt. Na het overlijden van deze ouder met gezag moet de voogd zich dan bereid verklaren om de voogdij te aanvaarden. Vanaf dat moment is de aangewezen persoon de voogd over het kind.
2. Voogdij kan ontstaan doordat de rechter een voogd benoemt. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de ouders van een kind overlijden en zij niet zelf een voogd hebben aangewezen.
Conclusie
Wanneer het over ‘gezag’ gaat zijn er dus twee vormen. Ten eerste ouderlijk gezag dat uitgeoefend wordt door één of twee ouders van een kind. En ten tweede voogdij, dat wordt uitgeoefend door ‘niet-ouders’ van een kind. Ben je zelf ouder? Dan heb je dus ouderlijk gezag, en geen voogdij!
Wil je je familiesituatie persoonlijk met me doornemen? Neem dan gerust contact op voor een kennismaking!