Cis, lesbisch, panseksueel, bi en queer. Wat betekenen al deze labels?

Cis, lesbisch, panseksueel, bi en queer. Wat betekenen al deze labels?

Cis, lesbisch, panseksueel, bi en queer. Wat betekenen al deze labels?

Vandaag is het 11 oktober. Dit betekent dat het vandaag Coming Out Day is! Een aantal jaren geleden werd er gesproken over uitkomen voor ‘LHB’. Oftewel: Lesbisch, Homoseksueel en Biseksueel. Redelijk overzichtelijk. Inmiddels zijn er veel meer dan drie termen waar mensen voor uitkomen. Maar wat betekenen al deze termen nu eigenlijk?

Utrecht, door mr. Kim Smienk

LHBTI

Tegenwoordig wordt er veel gesproken over ‘LHBTI’. LHBTI staat voor het volgende:

1. Lesbisch: een vrouw die zich aangetrokken voelt tot vrouwen.

2. Homoseksueel: een man die zich aangetrokken voelt tot mannen.

3. Biseksueel: een persoon die zich aangetrokken voelt tot mannen en vrouwen.

4. Transgender: een persoon die zich niet identificeert met het geslacht waarmee diegene is geboren.

5. Intersekse conditie: een persoon waarbij lichamelijk gezien (dus medisch bekeken) geen sprake is van 100% mannelijke of 100% vrouwelijke geslachtskenmerken.

Verschil gender en sekse

Er is een verschil tussen lichamelijk gezien bepaalde genderkenmerken hebben, en het gevoel dat je hebt over je gender. We kunnen dit onderscheiden in de woorden ‘gender’ en ‘sekse’. Sekse houdt hierbij in dat je lichamelijk bepaalde mannelijke of vrouwelijke kenmerken hebt vanaf je geboorte. Gender wordt ook wel ‘genderidentiteit’ genoemd, en heeft betrekking op hoe je je psychisch voelt over je sekse. Er wordt ook wel gezegd dat sekse tussen je benen zit, en gender in je hoofd.

Labels, labels en nog meer labels

Eigenlijk kunnen er nog veel meer letters toegevoegd worden aan LHBTI, bijvoorbeeld:

1. Queer. Queer wordt gebruikt door mensen die zichzelf niet in een hokje willen stoppen. Deze mensen willen zichzelf bijvoorbeeld niet als homoseksueel of lesbisch betitelen, en spreken liever van ‘queer’ zijn.

2. Panseksueel. Deze term wordt gebruikt door mensen die zich aangetrokken voelen tot het innerlijk van iemand. Mensen die zich zien als panseksueel vallen dus niet op iemands geslacht of op een bepaalde genderidentiteit, maar op de persoonlijkheid van diegene.

Mensen die zich voelen zoals het geslacht waarmee ze geboren zijn worden ‘cisgender’ genoemd.

3. Non-binair. Een persoon die zichzelf als non-binair ziet stopt zichzelf niet in het hokje ‘man’ en tegelijk ook niet in het hokje ‘vrouw’.

4. Genderfluid. Deze mensen kunnen zich de ene dag vrouwelijk voelen, een andere dag mannelijk of juist weer iets tussen man en vrouw in.

Combinatie van termen

Meerdere termen voor één persoon kan ook. Zo is een persoon die zich ziet als ‘non binair trans’ iemand die zich niet identificeert met diens geboortegeslacht (transgender) en zich tegelijkertijd ook niet in het hokje ‘man of vrouw’ wil stoppen. Oftewel: non binair trans.

Combinaties van termen kunnen ook. Je kunt jezelf bijvoorbeeld als ‘non-binair trans’ zien.

En je kunt natuurlijk ook ‘binair trans’ zijn. Dit zijn mensen die zich niet identificeren met hun geboortegeslacht (transgender) en zich wel identificeren als man of als vrouw. Dus dit kan iemand zijn die lichamelijk gezien geboren is als man, maar zich volledig een vrouw voelt. Of iemand die lichamelijk gezien geboren is als vrouw, maar zich volledig man voelt.

Genderidentiteit en seksuele voorkeur

Zoals uit bovenstaand stuk blijkt worden de termen die genderidentiteit en seksuele voorkeur door elkaar heen gebruikt. Genderidentiteit heeft te maken met iemands interpretatie van man, vrouw, geen van beiden of ergens daartussenin zijn. Terwijl seksuele voorkeur gaat over de personen tot wie je je aangetrokken voelt.

Conclusie

Er zijn heel wat termen benoemd hierboven. Mis je toch een term in deze blog? Stuur een berichtje en ik vul het lijstje aan!